Toelichting werkwijze systematiek risico’s
In iedere programmabegroting en -rekening wordt een inventarisatie gedaan van de bestaande risico’s. Dit gebeurt op basis van de risico’s in de database van ons risicomanagementpakket Naris. De risicoprofielen worden bij elk P&C-instrument geactualiseerd.
Om wildgroei te voorkomen worden alleen risico's met een financieel impact groter dan € 100.000 meegenomen in het risicoprofiel. Op dit moment kent het profiel ruim 200 risico’s.
De kansinschatting van de risico’s gebeurt op basis van onderstaande tabel. De kansklasse-indeling in deze tabel is opgesteld in overleg met adviseurs van Naris. Gekeken wordt hoe vaak een gebeurtenis zich naar verwachting voordoet; dit wordt gekoppeld aan het bijbehorende percentage.
Voorbeeld 1:
Een risico komt naar verwachting 1 keer per 2 jaar voor. Dit betekent dat de kans dat dit risico zich voordoet 50% is.
Voorbeeld 2:
Een risico komt naar verwachting 1 keer per 5 jaar voor. Dit betekent dat de kans dat dit risico zich voordoet 30% is.
Klasse nummer | Minimaal | Maximaal | Omschrijving |
---|---|---|---|
1 | 0% | 10% | < 1 keer per 10 jaar |
2 | 10% | 30% | 1 keer per 5 - 10 jaar |
3 | 30% | 50% | 1 keer per 2 - 5 jaar |
4 | 50% | 70% | 1 keer per 1 - 2 jaar |
5 | 70% | 100% | > 1 keer per jaar |
Nadat alle risico’s zijn geactualiseerd en de database compleet is voert Naris een statistische toets uit (de 'Monte Carlo'-simulatie) om, met een zekerheidspercentage van 90%, tot de benodigde weerstandscapaciteit te komen.
Definities kengetallen
Netto schuldquote
Dit kengetal geeft de verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen weer en geeft daarmee inzicht in het niveau van de schuldenlast.
De VNG heeft richtlijnen aangegeven voor dit kengetal; als de schulden van de gemeenten lager zijn dan het eigen vermogen (schuldquote is minder dan 100%) dan wordt dit als voldoende beschouwd, is de schuldquote hoger dan 130% dan wordt dit als onvoldoende gezien. De netto gecorrigeerde schuldquote houdt rekening met de door de gemeente doorgeleende gelden aan derden.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio laat de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen zien en geeft daarmee aan of de gemeente aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Hoe hoger de ratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De VNG heeft aangegeven dat een solvabiliteitsratio van minder dan 20% als onvoldoende wordt beschouwd en een percentage van meer dan 30% als voldoende.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal structurele exploitatieruimte toont welke structurele ruimte de gemeente heeft om haar eigen lasten te dragen. Het is een maatstaf voor het verschil tussen de structurele baten en structurele lasten van de gemeente. De bepaling gebeurt door het saldo van de structurele baten en lasten te delen door de totale baten en dit uit te drukken in een percentage. Een negatieve waarde van dit kengetal geeft dat er meer structurele lasten dan baten zijn, vice versa voor een positieve waarde. In de begroting van de gemeente Ede wordt als streefwaarde een neutrale waarde van dit kengetal nagestreefd (exclusief reservemutaties).
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de boekwaarde van gronden in bezit) is ten opzichte van de totale jaarlijkse baten van de gemeente. Hoe lager deze ratio is hoe minder risico de gemeente loopt omtrent negatieve waardeontwikkeling van de grondpositie.
De boekwaarde van gronden in bezit zegt nog niets over de relatie tussen vraag en aanbod. Dit vraagt dan ook om meer uitleg dan naar voren komt uit een kengetal. Zie hiervoor de paragraaf Grondbeleid en het MPG.
Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Als deze ratio zich onder de 100% bevindt is de belastingdruk lager dan gemiddeld, ligt deze erboven dan is de belastingdruk hoger dan gemiddeld.
Het bestaande beleid ziet belastingcapaciteit niet als sturingsmechanisme. Met uitzondering van inflatiecorrectie kan deze niet worden aangepast binnen de huidige afspraken. In extreme gevallen kan hierop een uitzondering worden gemaakt. In het geval van een daling van het weerstandsvermogen onder de norm mag het college verhoging van de lokale lasten opnemen in zijn verbeterplan. Conform de uitgangspunten in de nota Lokale Heffingen gaat een verhoging van de OZB gepaard met vooraf een discussie ‘oud voor nieuw’ en kostendekkendheid van de tarieven.
De toezichthouder (provincie) hanteert geen normering voor bovenstaande kengetallen, maar maakt zo nodig gebruik van onderstaande signaleringswaarden.
Signaleringswaarden financiële kengetallen | |||
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | <90 % | 90-130 % | >130 % |
Gecorrigeerde netto schuldquote | <90 % | 90-130 % | >130 % |
Solvabiliteitsratio | >50 % | 20-50 % | <20 % |
Grondexploitatie | <20 % | 20-35 % | >35 % |
Structurele exploitatieruimte | >0 % | 0 % | <0 % |
Belastingcapaciteit | <95 % | 95-105 % | >105 % |