Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van die voorzieningen die tegen contante waarde worden gewaardeerd.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen als deze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen die van een jaarlijks vergelijkbaar volume zijn wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen.
Rechtmatigheid ten aanzien van het voorwaardencriterium in de rechtmatigheidsverantwoording betreft het handelen in lijn met het, door de auditcommissie vastgestelde, normenkader. In dit normenkader zijn alle externe wetgeving en alle gemeentelijke verordening opgenomen.

•   Immateriële vaste activa
In het algemeen worden de immateriële vaste activa gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag. Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate verantwoord.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd, indien er sprake is van een investering door een derde én de investering bijdraagt aan de publieke taak. Bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingsduur van deze bijdragen is maximaal gelijk aan de afschrijvingsduur van de activa die door de betreffende derden wordt gehanteerd.
•   Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de activa, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De salariskosten die direct aan een actief zijn toe te rekenen worden geactiveerd. De afschrijvingen vinden plaats volgens de annuïtaire of lineaire methode en zijn gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde afschrijvingstermijnen (zie de tabel Afschrijvingstermijnen in deze paragraaf).
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen (contante waarde van de jaarlijkse canon) voor eeuwigdurende erfpachtcontracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vallen naar rato van de afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat.
Bij de waardering van de vaste activa wordt rekening gehouden met waardevermindering wanneer deze vermindering naar verwachting duurzaam is. Indien sprake is van een naar verwachting duurzaam lagere marktwaarde ten opzichte van de boekwaarde, wordt een duurzame waardevermindering verantwoord via een afboeking.
Van de activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.
•   Financiële vaste activa
De onder de financiële vaste activa vermelde, aan derden verstrekte, leningen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Dit betreft de nominale waarde. Wanneer er sprake is van oninbaarheid, wordt een voorziening gevormd.
De belangen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Als de marktwaarde van de betreffende deelnemingen onder de verkrijgingsprijs ligt (indien sprake is van duurzame waardevermindering), wordt bij de waardering uitgegaan van de (lagere) marktwaarde.
•   Voorraden
De voorraad gereed product en handelsgoederen is gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervaardigingsprijs. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs en verminderd met de opbrengsten uit gronduitgifte, van derden ontvangen bijdragen en subsidies. De vervaardigingsprijs bestaat uit directe kosten en eventueel de aan het werk toe te rekenen indirecte kosten en rente. Tussentijdse winsten worden genomen volgens het realisatiebeginsel. De techniek die hiervoor toegepast wordt is de 'percentage of completion (POC)' methode (= percentage gerealiseerde kosten x percentage gerealiseerde opbrengsten x geraamde winst). Van de geraamde winst worden eerst de projectspecifieke risico's in mindering gebracht. Voor verwachte negatieve resultaten op projecten (negatieve plannen) wordt een voorziening getroffen (op basis van netto contante waarde), die als waardecorrectie op de voorraden wordt gepresenteerd.
•   Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de boekwaarde van de desbetreffende vorderingen verrekend.
•   Liquide middelen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
•   Overlopende activa
De posten worden verantwoord tegen verkrijgingsprijs; dit is de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op de jaren volgend op het verantwoordingsjaar, maar al in het verantwoordingsjaar of de jaren daarvoor zijn voldaan. Dit is ook toegepast op de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel voor de jaren tot en met het verantwoordingsjaar en op overige overlopende activa.
•   Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves, de bestemmingsreserves evenals het gerealiseerd resultaat. Reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
•   Voorzieningen
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de betrokken verplichting casu quo het voorzienbare verlies, tenzij bij de voorziening anders is aangegeven. De onderhoudsegalisatie-voorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen.
•   Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
De schulden, voornamelijk onderhandse leningen van banken, zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Dit betreft het geleende bedrag minus de betaalde aflossingen.
•   Vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vlottende schulden bestaan uit kasgeldleningen, banksaldi en overige schulden. Deze worden tegen de nominale waarde gewaardeerd.
•   Overlopende passiva
De hieronder vallende posten worden verantwoord tegen de nominale waarde. Het betreft bedragen die betrekking hebben op de jaren volgend op het verantwoordingsjaar, maar al in het verantwoordingsjaar of de jaren daarvoor zijn ontvangen. Dit is ook van toepassing op de verplichtingen die in het verantwoordingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend jaar tot betaling komen, de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel voor de jaren volgend op het verantwoordingsjaar en op overige overlopende passiva.

Tabel 1 - Afschrijvingstermijnen

Soort investering

Categorie

Methode

Afschrijvings-
termijn (in jaar)

Materiële vaste activa

Gronden en Terreinen

Gronden - aanschaf

EN

geen

-

Woonruimten

Woning – nieuwbouw/restauratie

EN

Annuïtair

40

Woning – renovatie/aanpassing

EN

Annuïtair

20

Woonwagen - aanschaf

EN

Annuïtair

20

Bedrijfsgebouwen

Bedrijfsgebouw – (ver)nieuwbouw/restauratie

EN

Annuïtair

40

Bedrijfsgebouw – renovatie/aanpassing

EN

Annuïtair

20

Tijdelijke bouwwerk - aanschaf

EN

Annuïtair

15

Gebouwspecifieke installatie - aanleg

EN

Annuïtair

15

Aula’s begraafplaatsen - renovatie/aanpassing

ENH

Annuïtair

20

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Standplaats woonwagen - aanleg

EN

Annuïtair

40

Civieltechnische werken algemeen

MN

Lineair

40

Herinrichting openbare ruimte (straat, fiets- & voetpad, parkeer- & busstrook) – aanleg

MN

Lineair

40

Beeldende kunst - aanleg

MN

Lineair

20

Plantsoen, vijver, park, hekwerken - aanleg

MN

Lineair

20

Bomen (in wijken en bos)

MN

Lineair

40

Verharden wegen/zandwegen

MN

Lineair

10

Verkeersregelinstallaties

MN

Lineair

15

Abri’s - aanleg

MN

Lineair

15

Dynamische centrumafsluitingen

MN

Lineair

7

Sportpark en sportvelden - aanleg

EN

Annuïtair

40

Openbare verlichting – lantaarnpalen, lichtmasten

MN

Lineair

40

Openbare verlichting - armaturen

MN

Lineair

20

Speelterrein/multicourt - aanleg

MN

Lineair

10

Kunstgrasveld – aanleg toplaag

EN

Annuïtair

10

Kunstgrasveld – aanleg onder- en middenlaag

EN

Annuïtair

20

Overstortbak in beton

ENH

Lineair

80

Riolering (vervanging)

ENH

Lineair

60

Leidingen (PE en PVC)

ENH

Lineair

60

Overige bouwkundige onderdelen riolering

ENH

Lineair

60

Riolering (relining)

ENH

Lineair

50

IBA (PVC tank)

ENH

Lineair

50

Stalen rand uitlaat

ENH

Lineair

40

Overstortbak in asfalt

ENH

Lineair

30

Signalering

ENH

Lineair

30

Voeding

ENH

Lineair

30

Elektro-mechanisch (pomp)

ENH

Lineair

20

Elektronica (besturing)

ENH

Lineair

10

Grondwerken begraafplaatsen

ENH

Lineair

20

Vervoermiddelen

Vervoermiddel specifiek (vrachtwagen, tractor, autolaadkraan overzetbaar)

EN

Annuïtair

15

Vervoermiddel niet-specifiek (personenauto, bedrijfswagen)

EN

Annuïtair

7

Vervoermiddel overig (aanhanger, autolaadkraan type 2, sanitairwagen, waterwagen, heftruck)

EN

Annuïtair

20

Elektrische vervoermiddelen niet-specifiek

EN

Annuïtair

7

Machines, apparaten en installaties

Zwembadinstallatie – aanleg

EN

Annuïtair

20

Gebruiksspecifieke installatie – aanleg

EN

Annuïtair

20

Technische installatie (telefooninstallatie, geluidsinstallatie postregistratie, klantvolgsysteem)

EN

Annuïtair

10

Technische apparaten (kopieer- & keukenapparatuur, stem- & frankeermachine)

EN

Annuïtair

10

Grootschalige basiskaart Ede/Nederland

EN

Annuïtair

10

Materieel gemeentewerken (houtversnipperaar, maai- & snijmachine)

EN

Annuïtair

10

Apparatuur betaald parkeren

EN

Annuïtair

7

Automatiseringsapparatuur (computerhardware, printers)

EN

Annuïtair

5

Mobiele telefoons, laptops, tablet (geavanceerd)

EN

Annuïtair

4

Mobiele telefoons, laptops, tablet (eenvoudig)

EN

Annuïtair

3

Overige materiële vaste activa

Inrichting en inventaris sport - aanschaf

EN

Annuïtair

20

Inrichting en inventaris onderwijs – aanschaf

EN

Annuïtair

20

Inventaris/meubilair - aanschaf

EN

Annuïtair

10

Vloerbedekking

EN

Annuïtair

10

Software en licenties voor onbepaalde duur

EN

Annuïtair

5

Overige materiële vaste activa met maatschappelijk nut

MN

Lineair

RB*

Overig Landschapsbeheer

MN

Lineair

25

Minicontainers en ondergrondse containers (afval)

ENH

Lineair

15

Immateriële vaste activa

Kosten onderzoek en ontwikkeling

-

Bijdrage in activa in eigendom van derden

max. looptijd derden**

*   RB = raadsbesluit
**   maximale looptijd die door de betreffende derde wordt gehanteerd

EN   = Economisch nut
ENH   = Economisch nut met heffing (afval, riool, begraven)
MN   = Maatschappelijk nut

Deze pagina is gebouwd op 04/16/2024 13:07:58 met de export van 04/16/2024 12:05:36