Bedragen x € 1.000
Rekening 2022 | Primitieve begroting 2023 | Actuele begroting 2023 | Rekening 2023 | Verschil Act. begr./Rek. 2023 | ||||||
Lasten | 108.718 | N | 90.420 | N | 112.271 | N | 118.952 | N | 6.681 | N |
Baten | 18.642 | V | 2.303 | V | 17.422 | V | 17.707 | V | 285 | V |
Storting reserve | 2.975 | N | 1.529 | N | 3.684 | N | 2.839 | N | 845 | V |
Onttrekking reserve | 475 | V | 2.157 | V | 3.459 | V | 5.011 | V | 1.552 | V |
Resultaat | 92.575 | N | 87.489 | N | 95.074 | N | 99.073 | N | 3.999 | N |
Vraagafhankelijk vervoer (Act. 2023 € 500.000 V) € 400.000 V
De naweeën van de coronacrisis zijn bij het vraagafhankelijk vervoer nog steeds merkbaar. De vervoersvolumes liggen nog steeds ruim onder het oude niveau. In 2023 lag het vervoersvolume op 68% van het volume in het laatste normale jaar (2019), een lichte stijging ten opzichte van 2022 (bijna 65%). Een andere oorzaak van het lagere gebruik van het vervoer is een kwaliteitsprobleem bij de vervoerder als gevolg van een (landelijk) chauffeurstekort. Het gevolg hiervan is een voordeel van € 400.000. Tegelijkertijd zien we dat het vrijwilligersvervoer in Ede succesvol is en het afgelopen jaar juist is gestegen.
Leerlingenvervoer (Act. 2023 € 100.000 N) € 190.000 N
We zien een toename van vervoer in het nieuwe schooljaar met als gevolg een nadeel van € 190.000. Deze toename heeft onder andere te maken met een wachtlijst bij enkele scholen voor speciaal onderwijs. Kinderen kunnen terecht bij scholen in de regio. Dit leidt tot een verhoogde vervoersbehoefte.
In de meicirculaire 2023 hebben we voor het leerlingenvervoer van Oekraïense leerplichtigen voor het eerste halfjaar een compensatie ontvangen van € 124.000. Voor het tweede halfjaar hebben we deze bijdrage van het Rijk niet meer ontvangen en hebben we de gemaakte kosten (€ 126.000) gedekt uit de reguliere middelen voor opvang van Oekraïense ontheemden. Per saldo zien we derhalve geen resultaat.
Jeugdhulp (Act. 2023 € 5.300.000 N) € 5.650.000 N
Er is sprake van een oplopend tekort in de begroting voor Jeugdhulp. In 2023 zien we een stijging in kosten van bijna 17% ten opzichte van 2022. Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Prijsstijgingen (onder andere loonkosten) ad € 0,4 miljoen (4,9% ten opzichte van index Ede van 3,6%).
- Stijging uitgaven ambulante Jeugdhulp (individuele begeleiding/behandeling/GGZ) ad € 3,3 miljoen.
- Stijging uitgaven specialistische jeugdhulp (landelijke transitiearrangement) ad € 0,6 miljoen.
- Stijging overige uitgaven (residentieel, groep, etc.) ad € 0,6 miljoen.
- Nog te verwachten facturatie jeugdhulpaanbieders ad € 0,7 miljoen.
Verklaring kostenstijging:
- In Ede zien we het aantal cliënten begeleiding stijgen met 6%. Met name bij de GGZ zien we een forse stijging. Dit kan te maken hebben met het wegwerken van de wachtlijsten bij ons toegangsteam, en de verwijzingen via de huisartsen maar ook de samenwerking met scholen. Een verdiepende analyse wordt uitgevoerd.
- Het aantal jeugdigen in een residentiële voorziening lijkt stabiel te worden in Ede. De kostenstijgingen komen voort uit stijging van de intensiteit van de groepen waar de jeugdige verblijven. VWS zet in op het verkleinen van groepen, met het behoud van hetzelfde aantal personeel. Daarmee worden de kosten per kind meer. Daarnaast komen kinderen alleen als het echt niet anders kan in vormen van verblijf terecht. Daarmee neemt de intensiteit van de groepen ook toe.
- In Ede nemen de uitgaven voor behandeling sterk toe. Hierin zien we vooral een toename in intensiteit van zorg, waarbij het aantal uren behandeling per jeugdige sterk toeneemt, terwijl het aantal unieke jeugdigen zelfs daalt. In Ede maar ook landelijk zien we dat de complexiteit groter wordt waardoor langer ondersteuning nodig is dan voorheen. De toename van jeugdhulpgebruik wordt verder veroorzaakt doordat ouders eerder en meer professionele hulp zoeken voor opvoedtaken en moeite hebben om hun netwerk te betrekken bij opvoedingsproblemen (begeleiding en behandeling). De groeiende individualisering in de samenleving leidt tot een gebrek aan onderlinge verbondenheid en betekenisvolle relaties, waardoor mensen vaker professionele hulp zoeken voor emotionele problemen (GGZ) en ondersteuning (begeleiding). Binnen deze maatschappelijke context legt de druk van prestatie en maakbaarheid een zware last op ouders en ook op opgroeiende jeugdigen, hierin heeft COVID als versneller gewerkt en blijvende impact op de ontwikkeling. Dit is met name zichtbaar bij meiden in de middelbare schoolleeftijd. Zij ervaren meer mentale problematiek dan voorheen wat zich bijvoorbeeld uit in eetproblematiek, automutilatie of suïcidaal gedrag.
- Zoals gezegd zien we dat de kosten voor behandeling en begeleiding aan onze jeugdigen in Ede fors zijn toegenomen in 2023. Jeugdhulp trajecten kennen meer uren/dagdelen en duren langer. We zien daarbij onder andere een verhoogde behoefte aan begeleiding bij jongens in de basisschoolleeftijd en hele jonge kinderen in het groepsgericht aanbod in de leeftijd van 3 tot 5 jaar. Om hier meer grip op te krijgen is zogenaamde “actieve regie” gevoerd op deze trajecten binnen de toegangsteams en zijn de wachtlijsten opgelost. Daarnaast is gekeken hoe we de stijging via de huisartsenroute en onze inzet van de specialistische ondersteuners jeugd (SOJ) sterker kunnen inrichten. Tevens zijn we in gesprek geweest met onze zorgaanbieders over de beheersing van de zorgintensiteit en het kostenverloop. Met deze maatregelen die doorlopen in 2024, hopen we in dit jaar het tekort terug te dringen.
- De kostenstijging binnen jeugdhulp is niet beperkt tot lokaal niveau. Op regionaal en landelijk niveau (vergelijkbare gemeenten) is de stijgende trend eerder ingezet en is de kostenstijging in Ede vanaf 2023 zichtbaar.
Vorming Gemeenschappelijke regeling € 150.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 150.000 N
Bij de Programmabegroting 2023-2026 is voor boekjaar 2023 incidenteel € 150.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van de vorming gemeenschappelijke regeling (GR) Jeugdhulpregio Foodvalley per 1 januari 2024. De vorming van de GR is uitgesteld. In 2024 zal de GR worden uitgewerkt en opgericht. De ambitie is om de GR per 1 januari 2025 in te voeren. Aan de vorming van de GR zijn kosten verbonden. De kosten kunnen (deels) worden gedekt door de niet bestede middelen 2023 beschikbaar te houden voor 2024. Wij stellen u voor € 150.000 over te hevelen naar 2024.
Aanvullende inkomensvoorziening - Energietoeslag € 3.250.000 N
Voor het uitkeren van de energietoeslag 2022 en een voorschot te doen op de energietoeslag 2023 (€ 500) is met de Programmarekening 2022 € 0,9 miljoen overgeheveld naar 2023. Aanvullend hierop heeft het Rijk voor de energietoeslag 2023 in de decembercirculaire 2023 € 3,2 miljoen beschikbaar gesteld. Deze baten zijn verantwoord onder programma 8. Voor de energietoeslag 2023 is een bedrag van € 4,2 miljoen beschikbaar.
De in 2023 gerealiseerde lasten bedragen € 3,2 miljoen (inclusief uitvoeringskosten). De nog resterende lasten ad € 1,0 miljoen zijn als 'nog te betalen bedrag' opgenomen in 2023. Hiermee is de verplichting ten aanzien van het uitbetalen van de energietoeslag opgenomen.
Aanvullende inkomensvoorziening - Flankerend beleid energiearmoede € 232.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 232.000 N
Een van de oorzaken van het voordelig resultaat op aanvullende inkomensvoorziening bijzondere bijstand en inkomensondersteuning is dat het Rijk incidenteel € 232.000 beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van 'Flankerend beleid energiearmoede'. Deze middelen zijn bedoeld om de stapeling van sociale en maatschappelijke problemen als gevolg van de hoge inflatie te voorkomen. We zetten afgelopen jaar flankerend aan de energiearmoede een crisisaanpak in om inwoners in financiële knel te ondersteunen. Onderdelen hiervan waren de campagne Geldzorgen en diverse maatregelen binnen de middelen voor het noodfonds. In dat licht is in 2023 de beschikbare capaciteit bij de uitvoering ingezet op de energietoeslag en het Noodfonds Bestaanszekerheid, dat vergelijkbare doelen diende. De middelen van het Rijk kwamen beschikbaar op het moment dat we onze aanpak al ingezet hadden.
Om die reden zijn deze incidentele middelen in 2023 nog niet ingezet. In 2024 komt ditzelfde bedrag vanuit het Rijk nogmaals één keer beschikbaar. Dan zetten we deze middelen in voor het bieden van financiële nazorg voor inwoners die uitstromen uit de bijstand of een schulddienstverleningstraject. Voor 2025 hebben we middelen nodig om uitvoering te geven aan interventies die we inzetten binnen het programma Bestaanszekerheid, waarmee we onder andere financiële hulp en ondersteuning toegankelijker maken voor de inwoner. Wij stellen u daarom voor om € 232.000 van 2023 over te hevelen naar 2025 door dit toe te voegen aan de Reserve Overlopende verplichtingen.
Aanvullende inkomensvoorziening - Bijzondere bijstand studenten € 205.000 V
In de decembercirculaire 2022 hebben we € 205.000 ontvangen voor studenten die een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand als gevolg van de stijgende energieprijzen. Middels een resultaatbestemming is dit bedrag overgeheveld naar 2023. In 2023 zijn studenten gecompenseerd met een éénmalige energietoeslag van € 1.300 bij bewoning van een meerkamerwoning en € 500 bij andere vormen van huisvesting zoals een studentenkamer. De kosten in 2023 ad € 186.000 zijn gefinancierd met de reguliere middelen van de energietoeslag. De bijdrage in de decembercirculaire 2022 is niet ingezet en levert een voordeel op van € 205.000.
Aanvullende inkomensvoorziening - Bijzondere bijstand (minimaregelingen) € 100.000 N
In 2023 is er meer beroep gedaan op diverse regelingen binnen de aanvullende inkomensvoorzieningen. De uitgaven op de studietoeslag en kinderopvang zijn gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. De studietoeslag is een bijzondere aanvullende inkomensondersteuning op grond van de Participatiewet. De toeslag is uitdrukkelijk bedoeld om een compensatie te bieden aan studenten die wel arbeidsvermogen hebben maar vanwege hun beperking niet in staat zijn om aanvullende inkomsten uit arbeid te verwerven naast een voltijd studie. Door een wetswijziging in 2022 is de studietoeslag verhoogd en is het aantal personen dat gebruik maakt van de regeling toegenomen. De uitgaven op kinderopvang namen dit jaar ook verder toe wegens het realiseren van een hogere taakstelling huisvesting statushouders. In 2023 is minder gebruik gemaakt van de collectieve ziektekostenverzekering. Verder is het aantal aanvragen in het kader van bijzondere bijstand en minimaregelingen (onder andere kindpakketten, laptops en fietsen) in lijn met de begroting.
Aanvullende inkomensvoorziening - Edese Noodfonds Bestaanszekerheid € 884.000 V
Door meerdere regelingen met een gelijke strekking is er minder noodzaak geweest om gebruik te maken van het Edese Noodfonds Bestaanszekerheid. Het bedrag van € 884.000 valt vrij in het resultaat. Naar aanleiding van de conclusies van de inzet inkomensondersteuning (minimaregelingen conform bestuursakkoord) en evaluatie van de inzet van het Edese Noodfonds Bestaanszekerheid (aangenomen motie raad) wordt een voorstel gedaan om de middelen uit het noodfonds op een andere wijze in te zetten.
Schulddienstverlening - Aanpak Geldzorgen Armoede en Schulden € 186.000 V
Het voordelig resultaat van de productgroep schulddienstverlening is te verklaren doordat vanuit het Rijk een bedrag van € 186.000 beschikbaar is gesteld voor de Aanpak Geldzorgen Armoede en Schulden. Deze gelden zijn beschikbaar gesteld voor de investering in betere dienstverlening door gemeenten op het gebied van armoede en schulden. In 2023 is gestart met een Actieplan Schulddienstverlening en het verkennen op welke gebieden de dienstverlening moet worden verbeterd, in lijn met het bestuursakkoord. Vanaf 2024 worden er structureel middelen beschikbaar gesteld voor versterking van de dienstverlening rondom armoede en schulden en incidenteel extra middelen voor extra ondersteuning die nodig is als gevolg van de energiecrisis.
Beweging naar de voorkant € 190.000 V
In 2022 zijn we gestart met de 'Beweging naar de voorkant'; een structurele investering in preventie. Door inzet op vitaliteit en gezondheid, samen met partners zoals de zorgverzekeraars, organiseren we een meer toekomstig bestendig sociaal domein. In 2023 heeft het Rijk middelen beschikbaar gesteld om steviger en meer in samenhang in te zetten op preventie. De ontvangen Rijksbijdragen voor Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn ingezet om diverse initiatieven te financieren waaronder vanuit de beweging naar de voorkant. Er is sprake van een incidentele verschuiving van de lasten vanuit de beweging naar de voorkant naar de externe financieringsbronnen GALA en IZA. Tevens zijn diverse initiatieven binnen de beweging naar de voorkant niet (tijdig) opgestart door gebrek aan ambtelijke capaciteit om de uitvoerende partijen opdrachten te geven. Dit heeft binnen de Beweging naar de voorkant een voordeel op de lasten opgeleverd van € 865.000 in 2023.
Bedragen x € 1 | ||||||
Productgroep | Budget 2023 | Realisatie 2023 | Resultaat 2023 | Financiering GALA | Financiering IZA | Overig |
Bestuursondersteuning | 70.000 | 38.719 | 31.281 | 31.281 | ||
Gezondheidsondersteuning | 506.000 | 216.318 | 289.682 | 212.000 | 77.682 | |
Kwaliteit Leefomgeving | 105.000 | 95.000 | 10.000 | 10.000 | - | |
Maatschappelijke ondersteuning | 1.199.000 | 858.390 | 340.610 | 247.393 | 130.000 | -36.783 |
Maatwerkvoorzieningen | 270.000 | 77.591 | 192.409 | 192.409 | ||
Eindtotaal | 2.150.000 | 1.286.018 | 863.982 | 469.393 | 130.000 | 264.589 |
Gemeentelijke en particuliere opvang ontheemden Oekraïne (Act. 2023 PM) € 3.350.000 V
Voorstel tot resultaatbestemmingsreserve (Act. 2023 PM) € 3.350.000 N
Vanuit de Bekostigingsregeling Opvang Ontheemden Oekraïne heeft gemeente Ede een rijksbijdrage ontvangen voor de gemeentelijke en particuliere opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Voor de gemeentelijke opvang is de vergoeding gebaseerd op een normbedrag per dag per gerealiseerde opvangplek. Vanuit dit normbedrag zijn alle relevante kosten zoals huur, beveiliging, catering en personeel gefinancierd. De uitgaven voor huur en koop van opvanglocaties wordt afgestemd met het ministerie van Financiën. Voor de particuliere opvang ontvangt de gemeente een vergoeding voor de werkelijke verstrekkingen van het leefgeld en de uitvoeringskosten op basis van een normbedrag per maand. Het voordeel op de gemeentelijke en particuliere opvang van ontheemden is € 3.350.000.
Gezien de onzekerheden rondom de financiering vanuit het Rijk (Richtlijn Tijdelijk Bescherming geldt tot maart 2025 en kan maximaal met een jaar worden verlengd tot maart 2026), het realiseren van nieuwe opvangplekken als gevolg van het sluiten van Legerplaats Harskamp en overige ontwikkelingen rondom nieuwkomers stellen wij u voor om het positieve resultaat over 2023 ad € 3.350.000 over te hevelen naar 2024 en deze toe te voegen aan de reserve opvang en begeleiding specifieke doelgroepen.
Zorgkosten Oekraïense ontheemden € 117.500 N
In de decembercirculaire 2023 hebben wij € 117.500 ontvangen voor de kosten voor zorg en ondersteuning voor Oekraïense ontheemden vanuit de basispakketgezondheidszorg. De uitvoering van deze zorg wordt gedaan door de VGGM. De baten worden verklaard op programma 8.
Inzet Coördinatie Vrijwilligers Vluchtelingen Ede (CVVE) (Act. 2023 € 174.000 N) € 112.000 N
Voorstel tot resultaatbestemmingsreserve (Act. 2023 € 174.000 V) € 112.000 V
Bij de Programmabegroting 2024-2027 is in de actualisatie voor het jaar 2023 het voorstel gedaan om meer aandacht te hebben voor dagbesteding bij diverse opvanglocaties en de kosten voor inzet Coördinatie Vrijwilligers Vluchtelingen Ede (CVVE) te dekken vanuit de Reserve Opvang en begeleiding specifieke doelgroepen. Omdat de raad bij de programmabegroting geen specifiek besluit neemt over de actualisatie van het lopende jaar, en daarmee de begroting niet wordt gewijzigd, dient de onttrekking aan de reserve specifiek voorgelegd te worden aan de raad bij de programmarekening. De gemaakte kosten voor de inzet van CVVE ad € 112.000 zijn als nadeel verantwoord. Wij stellen u voor om € 112.000 te onttrekken aan de Reserve Opvang en begeleiding specifieke doelgroepen.
Thuisondersteuning (Act. 2023 € 125.000 V) € 340.000 V
De realisatie van thuisondersteuning 2023 ligt aardig in lijn met de hiervoor beschikbare budgetten. De eerder gesignaleerde wachtlijsten zijn deels een verklaring van het rekeningvoordeel, maar momenteel niet meer aanwezig. De eerder genomen maatregelen waaronder het toestaan van werken buiten reguliere werktijden tegen extra vergoeding zijn beperkt gebruikt. We blijven de ontwikkelingen monitoren.
Bij de aanbieders bestaat er spanning op een reële kostprijs vanaf 2024 versus de forse cao-loonontwikkelingen. We volgen weliswaar de indices van de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza), voor 2024 6,5%, maar hebben de tarieven 2024 extra verhoogd met 3,5% vanwege gemaakte cao-afspraken en hoger ziekteverzuim in deze markt. De financiering hiervoor lijkt vooralsnog uit de bovenstaand financiële ruimte te kunnen. Vanuit de inkoop- en kostprijsonderzoeken 2025 gaan de tarieven verder stijgen, waarvan de financiële merites bij de Perspectiefnota betrokken worden.
Begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf (Act. 2023 € 300.000 V) € 470.000 N
We blijven sturen op andere ondersteuningsmogelijkheden, minder inzet van specialistische hulp en versterken van de regie. Door passend indiceren en strakke opdrachtverstrekking richting aanbieders kunnen we richting onze inwoners goede begeleiding en ondersteuning blijven bieden tegen afnemende kosten. Het bij de actualisatie berekende voordeel is in de programmabegroting ingezet voor de tekorten bij hulpmiddelen en woonvoorzieningen.
Toch zien we vooral in het laatste half jaar de aantallen en daarmee ook de kosten fors stijgen. Het aantal uren reguliere begeleiding is ten opzichte van 2022 fors (circa 14%) gestegen en voor een deel betreft dit tevens de extramuralisering van cliënten Beschermd Wonen naar de Wmo. De dagbesteding is daarentegen met circa 6% gedaald, waarbij de specialistische dagbesteding verder is omgezet naar reguliere dagbesteding. Een andere verklaring van het huidige nadeel is dan ook dat beoogde ombuigingen door het investeren in laagdrempelige ontmoetingsplekken, maar ook de financiering van extra personeel van ons klantcontactcentrum (KCC) nog niet zijn gerealiseerd. Dit zorgt voor een lager budget en daarmee een nadeel van ongeveer € 200.000, waarmee de stijging van cliënten in het laatste half jaar het overige nadeel verklaart. De inkomsten uit eigen bijdragen zijn door de stijging van het aantal cliënten overigens ook gestegen, waardoor een voordeel te zien is.
Budget en kosten op zorgjaar: (2015-2023)
Als we de werkelijke betaalde kosten van begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf uitzetten per jaar dan ontstaat het volgende beeld:
In de eerste jaren zien we vooral een zoektocht en proces van verschuiving cliënten naar de gemeente met de daarbij behorende voormalige AWBZ-middelen. Vanuit 2022 naar 2023 zien we het aantal cliënten stijgen met 14% en daarmee ook de kosten, terug naar het niveau 2020. De oorzaken hiervoor, naast de al genoemde extramuralisering is een geringe doorstroom naar de GGZ. In het algemene beeld heeft men meer moeite met de complexere maatschappij, de economische omstandigheden en bestaan er ook nog naweeën van de Covid-pandemie. In het eerste beeld 2024 lijkt de groei zich te stabiliseren.
Eigen bijdrage Wmo €210.000 V
We zien al een aantal jaar dat de eigen bijdrage hoger uitvalt dan de raming. Naast reguliere groei van het aantal cliënten Wmo leidt ook extramuralisering bij Beschermd Wonen tot een grotere opbrengst uit eigen bijdragen Wmo. Het structurele voordeel gaan we bij de actualisatie inzetten voor de hogere kosten van begeleiding.
Hulpmiddelen en woonvoorzieningen (Act. 2023 € 250.000 N) € 60.000 N
Ondanks een gunstige aanbesteding van hulpmiddelen, wat een tariefdaling van 6% opleverde, bestond er bij de actualisatie 2023 een financieel knelpunt op hulpmiddelen en woonvoorzieningen. Bij de Programmabegroting 2024 zijn hiertoe vanaf 2023 extra middelen beschikbaar gesteld. Ondanks deze injectie bestaat er in de rekening een tekort van € 60.000, omdat de vraag naar woonvoorzieningen in 2023 groter is geweest dan voorzien.
Compensatieregeling Covid 2022 - Wmo € 283.000 N
Onttrekking reserve Steun en herstel Corona € 283.000 V
We hebben de aanbieders van de maatwerkvoorzieningen Wmo ruimer gecompenseerd dan de middelen (€ 109.000) die we specifiek hiervoor van het Rijk hebben ontvangen.
Het verschil is bekostigd uit de middelen in de reserve Steun en herstel Corona.
Met het vergoeden van de meerkosten zijn aanbieders in staat om de zorg en ondersteuning aan onze inwoners zo goed mogelijk te continueren, ondanks alle beperkingen die de coronacrisis met zich meebracht.
Daarnaast levert de vergoeding van de meerkosten een bijdrage aan de continuïteit van het stelsel na de coronacrisis.
Nationaal Actieplan Dakloosheid 'Eerst een thuis' (Act. 2023 € 492.000 V) € -
Maatschappelijke Opvang - dotatie aan de reserve (Act. 2023 € 492.000 N) € -
Gelijk aan vorig jaar hebben we via de meicirculaire middelen vanuit VWS ontvangen voor het Nationaal Actieplan Dakloosheid voor het voorkomen van dakloosheid en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze jongeren en volwassenen. De middelen (2022 en 2023 samen circa € 1 miljoen) zijn hiertoe gereserveerd in de reserve Maatschappelijke Opvang. In 2024 stellen we een uitvoeringsprogramma voor maatschappelijke opvang op. Hierin geven we ook aan wat we met de middelen voor het Nationaal Actieplan gaan doen. Het betreft hier incidentele, maar ook structurele middelen. Het voornemen van het VWS is om in de voorjaarsbesluitvorming van 2024 structureel middelen via de decentralisatie-uitkering Nationaal Actieplan Dakloosheid uit te keren.
Maatschappelijke opvang (Act. 2023 € 300.000 N) € 360.000 N
Maatschappelijke Opvang - onttrekking aan de reserve (Act. 2023 € 300.000 V) € 250.000 V
De maatschappelijk opvang en daarmee ook de reserve staat onder druk vanwege de Covid-problematiek, de algemene economische situatie, maar ook de extra benodigde opvangcapaciteit vanwege de toetreding van de gemeente Veenendaal tot de regio. In 2023 hebben we meer uitgegeven dan we beschikbaar hebben vanuit de uitkering, ondanks dat we bij de septembercirculaire 2023 extra door het Rijk zijn gecompenseerd. De hogere onttrekking betreft vooral de kosten voor (nood) nachtopvang die in het voorjaar eenmalig ondergebracht is in het zwembad 'De Vrije Slag' en voor het najaar op de Stationsweg. Deze opvang heeft € 250.000 meer gekost dan de hiervoor geraamde € 580.000. Voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers is via de decembercirculaire 2023 € 110.000 ontvangen voor de opvang 2023. Dit bedrag staat op programma 8 als voordeel verantwoord en leidt op de maatschappelijke opvang tot een overeenkomstig nadeel vanwege het nog te betalen bedrag. Een compensatie van door aanbieder gemaakte incidentele extra kosten voor de renovatie van het sociaal pension valt tenslotte weg tegen enkele voordelen in de exploitatie.
Beschermd wonen - ombuigingen extramuralisering (Act. 2023 € 350.000 N) € 350.000 N
Beschermd wonen - onttrekking aan de reserve (Act. 2023 € 350.000 V) € 350.000 V
Naast de verschuiving met het product Begeleiding zijn de nadelige effecten van het uitstellen van de decentralisatie tot en met 2023 gefinancierd uit het Edese aandeel in de reserve Beschermd wonen. Totaal betreft dit € 2,5 miljoen en valt daarmee € 0,35 miljoen hoger uit dan de raming, omdat in de eerste plaats de taakstelling extramuralisering 2023 niet kon worden gerealiseerd en daarnaast het invoeren van een reële (lagere) kostprijs nog niet kon worden ingevoerd.
In 2024 volgt een voorstel aan het bestuurlijke overleg van de regio om de (regionale) reserve Beschermd wonen grotendeels te verdelen, vooruitlopend op die decentralisatie. Hiermee is ook geborgd dat de regiogemeenten in staat zijn de decentralisatie in hun bedrijfsvoering voor te bereiden.
Beschermd wonen (Act. 2023 € 600.000 N) € 1.400.000 N
Beschermd wonen - lagere dotatie aan de reserve (Act. 2023 € 600.000 V) € 1.400.000 V
Op verschillende posten is meer besteed dan de raming. Dit heeft te maken met het nog niet toerekenen (verdelen) van de prijscompensatie. Voor 2024 worden ramingen geactualiseerd. Bij de intramurale zorg zien we forse nacalculaties van de kosten over vorige jaren. Voor de GGZ-arrangementen is meer uitgegeven dan begroot. Deze intensivering sluit mooi aan op de gewenste regionale omzetting van intramurale bedden naar de gewenste extramurale arrangementen. Dit proces gaat daarmee sneller dan in de begroting was voorzien. Voor de pilot Wageningen is een hogere inschatting van kosten gemaakt. Ten slotte zijn er meer kosten voor bedrijfsvoering gemaakt. In 2023 houden we als centrumgemeente € 2,3 miljoen over op de uitkering, deze is gestort in de reserve Beschermd wonen.
Beschermd wonen - Pilot Wageningen (Act. 2023 PM) € p.m.
De gedecentraliseerde uitvoering Beschermd wonen Wageningen vindt al vanaf 2017 plaats via een pilot. Hiertoe ontvangt de gemeente Wageningen een uitvoeringsbudget. De gemeente Wageningen voert de pilot vanaf 2018 uit op basis van 'lusten en lasten'. Momenteel vindt echter overleg plaats om een aantal geconstateerde omissies in het toegekende budget vanaf 2018 te verrekenen met Wageningen. De verwachting dat een significant bedrag retour komt lijkt met het onderzoek van een externe accountant onvoldoende juridische grond te kennen. De afwikkeling hiervan verloopt eveneens via het regionale bestuurlijke overleg.
Beschermd wonen - budget en kosten op zorgjaar: (2015-2023)
Als we de werkelijke betaalde kosten van Beschermd wonen uitzetten op het jaar dan ontstaat het volgende beeld:
De enorme daling in 2021 betreft de uitname van cliënten naar de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Deze uitname Wlz liep ook in 2022 nog enigszins door, maar in dat jaar kwam de gemeente Veenendaal vanuit Amersfoort over naar onze regio. Hierdoor stegen zowel het budget als de kosten weer. In 2023 zien we het budget toenemen voor volume, loon en prijzen. De kosten daarentegen nemen toe, maar niet in het tempo van het budget. Het Rijk heeft afgelopen jaar meermaals getracht de financiële ruimte op dit taakveld in te zetten voor de gestegen kosten van GGZ-cliënten in de Wlz. Niet uitgesloten is dat hier alsnog invulling aan gegeven wordt. Om die reden heeft het Rijk de volumestijging 2024 niet uitgekeerd en overgeheveld naar de Wlz. Tenslotte is de verwachting dat de prijzen gaan stijgen als gevolg van het inkoopproces 2025 en het daarin begrepen kostprijsonderzoek.