Onderstaande kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. In de bijlage Toelichting paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de definities van de kengetallen opgenomen.
Tabel 1 - Kengetallen Programmabegroting 2024-2027 | |||
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | ||
---|---|---|---|
PR 2022 | PB 2023 | PR 2023 | |
Netto schuldquote | 38% | 51% | 49% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 26% | 37% | 39% |
Solvabiliteitsratio | 33% | 29% | 34% |
Structurele exploitatieruimte | 6% | 4% | 4% |
Grondexploitatie | 18% | 18% | 22% |
Belastingcapaciteit | 82% | 86% | 84% |
De nettoschuldquote is licht gedaald ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026. Ten opzichte van de Programmarekening 2022 zien we een stijging. De daling ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026 volgt met name uit een stijging van de gerealiseerde baten (de noemer in de quote).
De solvabiliteitsratio in de Programmarekening 2023 bedraagt 34% en is daarmee ruim hoger dan de norm van 20% (zie bijlage toelichting paragraaf weerstandsvermogen). De toename van de ratio ten opzichte van de Programmabegroting 2023 wordt met name verklaard door de toename van het eigen vermogen (de teller in de ratio).
De structurele exploitatieruimte over 2023 is gelijk aan de stand bij de Programmabegroting.
In paragraaf 3.1 van deze Programmarekening gaan we nader in op de achterliggende oorzaken van het verloop van de schuldquote, solvabiliteitsratio en structurele exploitatieruimte.
Het kengetal grondexploitatie is ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026 gestegen van 18% naar 22%. Deze toename wordt veroorzaakt door een toename van de boekwaarde van de grondexploitaties. In hoofdstuk 3.8 paragraaf grondbeleid is een nadere toelichting opgenomen op de ontwikkeling van de boekwaarde.
Het kengetal voor belastingcapaciteit is licht gestegen ten opzichte van de Programmarekening 2022. De belastingdruk in Ede blijft daarmee nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde.
De daling ten opzichte van de programmabegroting 2023-2026 is te verklaren doordat bij de programmabegroting nog geen landelijke cijfers over 2023 bekend waren. Richtlijnen schrijven voor, dat de belastingcapaciteit wordt berekend door een vergelijk te maken met het laatst bekende (landelijke) cijfer van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO); dit was bij de programmabegroting het COELO-cijfer van 2022. In dit cijfer is geen rekening gehouden met landelijke inflatiecorrectie (en overige verhogingen) terwijl in onze lokale heffingen 2023 wel rekening is gehouden met inflatiecorrectie. In de praktijk zal de belastingcapaciteit bij de programmarekening dus (vrijwel) altijd lager uitvallen dan het cijfer dat is opgenomen in de programmabegroting voor het betreffende jaar.