Gewaarborgde geldleningen woningbouw e.a.
Tabel 1 - Borgstellingen en overige garanties | Bedragen x € 1.000 | ||||
Naam van de organisatie | Oorspronkelijk bedrag | Borg | Stand per | Stand per | Betaald door de gemeente in 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Waarborgfonds Sociale Woningbouw | 1.366.160 | variërend % | 496.505 | 543.157 | 0 |
Coöperatie Meikade Zon UA (t.b.v. deelname minima) | 360 | 100% | 336 | 312 | 0 |
Calvijnschool | 411 | 100% | 390 | 370 | 0 |
Stichting CSG Het Streek | 3.000 | 100% | 0 | 0 | 0 |
Stichting Expect More | 2.600 | 100% | 0 | 2.600 | 0 |
Totaal | 1.372.531 | 497.231 | 546.439 | 0 |
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
De gemeente heeft per 31 december 2023 € 33,7 miljoen (2022: € 36,0 miljoen) uitgeleend aan de woningcorporatie Woonstede, waarvan € 4,5 miljoen (2022: € 5,2 miljoen) geborgd is via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dit betekent dat de gemeente zelf rechtstreeks garant staat voor € 29,2 miljoen (2022: € 30,8 miljoen).
Het WSW is in 1983 opgericht met als doelstelling woningbouwcorporaties in Nederland van goedkope financiering te voorzien. In totaal is per 31 december 2023 circa € 90,7 miljard (2022: € 85,0 miljard) aan leningen geborgd via het WSW. De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen: de geldmiddelen van de corporatie, de borgingsreserve van het WSW en de achtervangpositie van Rijk en gemeenten. Indien de geldmiddelen van de corporatie en de borgingsreserve van het WSW niet toereikend zijn, komt de achtervangpositie van het Rijk en de gemeente in beeld. Hierbij staan de gezamenlijke gemeenten voor 25% van het liquiditeitstekort garant. De overige 25% komt ten laste van de schade-gemeente(n). Het Rijk draagt de resterende 50% bij. De garantstelling houdt in dat het Rijk en de gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen verstrekken.
In 2021 informeerden WSW en VNG de gemeenten over de nieuwe generieke achtervangovereenkomst en de wijzigingen die worden aangebracht in bestaande achtervangovereenkomsten. Het oplossen van de ontstane discrepantie tussen de huidige achtervangovereenkomsten en de huidige wetgeving en praktijk, en het meer afstemmen van de overeenkomsten op wensen van gemeenten en WSW, zijn de belangrijkste redenen voor een algehele modernisering van de achtervangovereenkomst. Oftewel vóór 1 augustus 2021 stonden gemeenten rechtstreeks in de achtervang voor individuele leningen. Voor leningen na 1 augustus 2021 worden leningen achteraf aan gemeenten toegerekend naar rato van het DAEB-bezit (goedkope huurwoningen) van de betreffende corporatie dat zich in de gemeente bevindt (gemeente Ede: 12,2% (2023) ten opzichte van 7,6% (2022). Uiteindelijk zal door herfinanciering van de ‘oude’ leningen de bestaande scheefheid tussen gemeenten verdwijnen.
In totaal had het WSW op 31 december 2023 voor € 543,2 miljoen (31 december 2022 € 496,5 miljoen) aan leningen geborgd van in Ede gevestigde woningbouwcorporaties. De garantstelling van de gemeente was maximaal € 135,8 miljoen, namelijk 25% van € 543,2 miljoen (2022: maximaal € 124,1 miljoen). Het oorspronkelijke bedrag van deze leningen bedroeg € 1.366 miljoen (2022: € 1.063 miljoen). In 2023 heeft de gemeente geen betalingen voor borgstellingen WSW gedaan.
Overige garanties en/of borgstellingen
Naast de vier genoemde borgstellingen (Coöperatie Meikade Zon UA, Calvijnschool, CSG Het Streek en Stichting Expect More) kent de gemeente einde 2023 geen andere actieve borgstellingen. Voor de aan de Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek verstrekte garantie geldt, dat de hiermee verband houdende lening begin 2022 door de school met de bank is afgesloten, maar de storting hiervan pas in 2024 wordt opgenomen (vandaar het nul saldo per 31-12-2023 in bovenstaande tabel). Bij de garantie aan Stichting Expect More (eind 2023 verstrekt in verband met de bouw van een turnhal) geldt dat SWS (Stichting Waarborgfonds Sport) een nevengeschikte garantiepositie inneemt voor € 250.000.
Verder kon tot 2011 de gemeente garant staan voor woninghypotheken, de zogeheten gemeentegarantie. Banken en/of verzekeringsmaatschappijen gaven de gemeente jaarlijks inzicht in de hoogte van de garantstellingen. Met de inwerkingtreding van de wet AVG is het verstrekken van de overzichten sterk teruggelopen, waardoor er geen betrouwbaar en volledig beeld gegeven kan worden voor het onderdeel gemeentegaranties. Vanaf 2011 is er echter geen beroep gedaan op een gemeentegarantie.
Langlopende contractverplichtingen
Op jaarbasis bedragen de inkoopverplichtingen ruim € 374 miljoen. De grootste inkooppakketten zijn WMO en jeugdzorg, nieuwbouw en renovatie en aanleg en onderhoud wegennetwerk. Bij (meerjarige) inkoopcontracten kunnen, afhankelijk van het geraamde inkoopbedrag, de Europese aanbestedingsregels van toepassing zijn. Aan langlopende, voor de bedrijfsvoering van de gemeente essentieel zijnde, contractverplichtingen heeft de gemeente op balansdatum 31 december 2023 uitstaan, waarbij de bedragen het totaal van de contractperioden exclusief eventuele prijsindexering aangeven (tenzij anders vermeld):
| € 4,3 miljoen |
---|---|
| € 0,4 miljoen |
| € 0,2 miljoen |
| € 0,6 miljoen |
| < € 0,1 miljoen |
| < € 0,1 miljoen |
| < € 0,1 miljoen |